Weerstandsvermogen

Weerstandsvermogen is het vermogen van de gemeente om financiële tegenvallers op te kunnen vangen zonder dat dit invloed heeft op het uitvoeren van de programma’s.

Ratio weerstandsvermogen = Beschikbare weerstandscapaciteit : Benodigde weerstandscapaciteit

Beschikbaar weerstandsvermogen

Het beschikbaar weerstandsvermogen bestaat uit de middelen waarover de gemeente beschikt of kan beschikken om financiële risico’s (niet begrote kosten of tegenvallende opbrengsten) op te vangen. Dit is de som van de algemene reserve en het saldo van het begrotingsresultaat, voor zover dit saldo wordt toegevoegd aan de algemene reserve.

In onderstaande tabel is de ontwikkeling meerjarig weergegeven. Aangezien het niet zeker is dat de begrote resultaten ook daadwerkelijk gerealiseerd gaan worden en aangezien de bestemming van het rekeningresultaat voorbehouden is aan de gemeenteraad, kan het beschikbare weerstandsvermogen wijzigen als gevolg van het daadwerkelijk gerealiseerde resultaat en van besluitvorming in de gemeenteraad.

Omschrijving
(bedragen x € 1.000)

2026

2027

2028

2029

Algemene reserve per (31/12)

35.960

41.420

43.561

45.862

Begrotingsresultaten (31/12)

4.137

1.779

1.685

2.893

Resultaat 2025 conform 2e berap 2025 (afgerond)

2.200

Beschikbaar weerstandsvermogen per (31/12)

42.298

43.199

45.246

48.755

Dit leidt tot een beschikbaar weerstandsvermogen van € 42.298.000 in 2026. In de oorspronkelijke meerjarenraming waren al mutaties in de algemene reserve opgenomen. Deze zijn eveneens in de bovenstaande tabel opgenomen per jaar, opdat een zuiverder beeld van de ontwikkeling van het beschikbaar vermogen wordt weergegeven. Daarnaast zijn de mutaties die worden voorgesteld in deze programmabegroting meegenomen. Uiteindelijk leidt dit tot een beschikbaar weerstandsvermogen van € 48.755.000 in 2029.

Eventueel zouden ook de bestemmingsreserves kunnen worden aangesproken waarvan de bestemming (eenvoudig) kan worden gewijzigd. Dat deel is hier niet meegerekend in het beschikbaar weerstandsvermogen.

Benodigd weerstandsvermogen

Het benodigd weerstandsvermogen is een optelsom van alle risico’s waarvoor geen beheersmaatregelen zijn getroffen. Voor het berekenen van het benodigd weerstandsvermogen maakt de gemeente Gouda een onderscheid tussen risico’s verbonden aan grondexploitaties en overige risico’s. De risico’s verbonden aan grondexploitaties worden gekwantificeerd met behulp van de IFLO methode. Daarbij wordt een risico-opslag van 10% gehanteerd met betrekking tot de boekwaarden, de toekomstige opbrengsten en de toekomstige kosten. De overige risico’s (going concern) worden gekwantificeerd met behulp van een Monte Carlo simulatie.

In onderstaande tabel zijn de belangrijkste risico’s toegelicht, samengevat in een top 10-overzicht. De risico's zijn gekwantificeerd, waarbij een inschatting is gemaakt van de kans dat de gebeurtenis zou kunnen optreden en de maximaal financiële impact. Belangrijk is dat hier sprake is van inschattingen en de uitkomsten van een kansberekening. De werkelijke uitkomsten zullen hier hoogstwaarschijnlijk in alle gevallen van afwijken.

Naam

Omschrijving

Risico-gebied

Kans-percentage

Maximaal (bedragen x 1.000)

Open einde regeling Jeugd

De Jeugdwet is een open-einde regeling en kent daardoor geen bestedingsplafond. Hierdoor moet de gemeente ondersteuning blijven leveren aan haar inwoners, ook als het budget voor het lopende jaar - in dit geval 2025 - niet toereikend is. Als mitigerende maatregel voor het beheersbaar houden van de kosten voor ondersteuning vanuit de Jeugdwet en de WMO is het maatregelenpakket van Berenschot in gang gezet. Voorzichtigheidshalve moet desalniettemin rekening worden gehouden met het risico dat de realisatie van de reeds ingeboekte besparingen die uit het maatregelenpakket voortvloeien een ander tempo kent, dan wel mogelijk tegen valt.

Jeugdzorg

70%

€ 4.000

Museum Gouda

De (klimatologische) conditie van het museumgebouw en depot is ondermaats. Zonder meer investeringen nemen de risico’s voor de bedrijfscontinuïteit toe. Mocht dat risico zich voordoen, dan leidt dit tot extra, incidentele kosten voor instandhouding van het gebouw, opslag en overige kosten. Dit kan ook consequenties hebben voor de subsidie aan Museum Gouda.

Cultuur

80%

€ 3.000

Open einde regeling Participatiewet (PW) (BUIG-budget)

De gemeente ontvangt een BUIG uitkering voor het betalen van bijstandsuitkeringen/uitkeringen Levensonderhoud en Loonkostensubsidies. Het BUIG-budget betreft twee deelbudgetten met een verschillende financieringssystematiek; beide zijn open einde regelingen.

Financieel risico deelbudget bijstandsuitkeringen
Het macrobudget voor de bijstandsuitkeringen wordt onder gemeenten verdeeld op basis van het zgn. objectieve verdeelmodel. Jaarlijks wordt het verdeelmodel aangepast (beperkte aanpassing van de variabelen en actualisatie van de data) en wordt het budgetaandeel per gemeente opnieuw bepaald. De omvang van het macrobudget verandert gedurende het jaar, afhankelijk van de ontwikkeling van het landelijk aantal bijstandsuitkeringen, de werkloosheid, de conjunctuur, beleidseffecten van het Rijk en loon- en prijsbijstellingen. Er zijn drie momenten waarop het deelbudget voor gemeenten wordt vastgesteld door het Rijk: voorlopig (in september jaar t-1, tevens vaststelling budgetaandeel voor dat jaar), nader voorlopig (in mei in lopende jaar) en definitief (eind september in lopende jaar).
Afhankelijk van de ontwikkeling van het budgetaandeel, het macrobudget en van de bijstandsvraag in de gemeente bestaat een financieel risico.
Gemeenten moeten een tekort tot 7,5% op hun budget voor de PW zelf opvangen (eigen risico) uit eigen middelen. Voor grote(re) tekorten op het budget is er een vangnetuitkering PW die gemeenten (beperkte) financiële compensatie biedt, met een getrapte vergoeding.

Financieel risico deelbudget loonkostensubsidies (LKS)
Het deelbudget voor loonkostensubsidies wordt (sinds 2022) toegekend op basis van de gemeentelijke uitgaven aan loonkostensubsidie in het voorgaande jaar. Ook dit is een open einde regeling, waarbij het macrobudget LKS vooraf wordt vastgesteld/gemaximeerd. Voorlopig zorgt het ministerie ervoor dat het macrobudget LKS voldoende is om de uitgaven aan LKS te dekken.
Financiële risico’s voor de gemeente zijn er bij sterke schommelingen in de inzet van loonkostensubsidies (bijvoorbeeld bij sterke toename van de inzet in een kalenderjaar) en bij lagere inzet van LKS dan gemiddeld in de andere gemeenten.

Werk en inkomen

70%

€ 3.000

Borg- en garantstellingen

Gemeenten staan borg voor de rente- en aflossingsverplichtingen van organisaties zoals culturele instellingen, voetbalclubs, bibliotheek, etc. Als een partij niet kan voldoen aan de verplichting jegens de bank, dan zal de bank de gemeente aanspreken de betalingsverplichting over te nemen of de schuld over te nemen bij een faillissement (afhankelijk van de gevestigde zekerheden). Het Schouwburgcomplex is een borgstelling met een hoger risicoprofiel dan in voorgaande jaren, en de Cheese Experience met een lager risicoprofiel.

Treasury

20%

€ 6.600

Inflatie

Door inflatie kunnen de prijzen voor afgenomen diensten en producten hoger uitpakken dan verwacht, mogelijk meer dan de uitkering uit het Gemeentefonds meestijgt door de loon-prijsindexatie.

Financiën

50%

€ 2.500

Fiscaliteit

Het onderdeel fiscaliteit binnen gemeenten wordt steeds complexer en het is een uitdaging om de bewustwording en de kennis breed in de organisatie te brengen en te houden. We zetten hier op in.

Financiën

30%

€ 3.000

Aansprakelijkheid en nadeelcompensatie

Niet of onvoldoende nakomen van contractuele afspraken en toezeggingen, onzorgvuldig handelen of onjuiste toepassing van regelgeving kan ertoe leiden dat de gemeente aansprakelijk wordt gesteld voor schade. Deze schade kan ontstaan in het openbaar gebied (letselschade, materiële schade, evenementen, etc.). Meestal door handelen of nalaten van de gemeente (onterecht weigeren/verlenen vergunning, werken in de openbare ruimte). Het gaat hierbij om grotere schades die niet worden gedekt door de verzekering (contractuele aansprakelijkheid) of boven de dekking uitgaan.

De gemeente kan ook aansprakelijk worden gesteld voor schade als gevolg van op zichzelf rechtmatig handelen, bv. door werkzaamheden in het openbaar gebied doordat winkels en/of bedrijven moeilijk bereikbaar zijn (gederfde winst). De drempel om in aanmerking te komen voor nadeelcompensatie is relatief hoog zodat de kans van optreden laag wordt ingeschat en het risico niet wordt meegenomen in het berekenen van de weerstandscapaciteit.

Juridisch

30%

€ 1.500

Stijgende materiaalkosten en krapte op de markt

Risico dat prijzen omhoog gaan voor aanbestedingen of op basis van Uniforme Administratieve Voorwaarden §47 (UAV) afspraken na aanbesteding. Veel materialen worden schaarser (en duurder) en veel aanbieders zitten vaak vol. Hier speelt ook de onzekerheid van de oorlog in Oekraïne en in het Midden Oosten.

Prijzen gaan dan omhoog voor lopende en nieuwe beheer- en projectaanbestedingen. Het beheerplan Groot Onderhoud en Vervangingsonderhoud (GOVO) is aangenomen met daarin een inflatiecorrectie. Dit zorgt ervoor dat een eventuele prijsstijging geheel of gedeeltelijk regulier kan worden opgevangen.

Beheer Openbare Ruimte

40%

€ 1.500

Verbonden partijen en samenwerking

Verbonden partijen zijn gemeentelijke samenwerkingsverbanden of deelnemingen die gevormd zijn om bepaalde taken bijvoorbeeld efficiënter uit te voeren. De gemeente Gouda heeft in de rechtspersonen bestuurlijke invloed en/of financiële belangen. Per 1 januari 2025 is daar de gemeenschappelijke regeling Jeugd en Wmo Midden Holland bijgekomen.
De gemeentelijke bijdrage van Gouda aan de publiekrechtelijke verbonden partijen bedraagt in 2025 op begrotingsbasis € 29,6 miljoen; aan de privaatrechtelijke partijen bedraagt de totale gemeentelijke bijdrage € 19,3 miljoen.

Bij samenwerkingsverbanden kunnen risico's ontstaan door: uittredingen van deelnemers, een niet-sluitende begroting, het verminderen van bijdragen aan regelingen door het Rijk of daling van reserves waardoor tekorten binnen de verbonden partij niet meer opgevangen kunnen worden. Maar ook verminderde afname van ondersteunende diensten die we als gemeente leveren, of andere markteisen. Verder kennen we ook het risico dat de gemeentelijke indexering geen gelijke tred houdt met de CAO-ontwikkelingen van gemeenschappelijke regelingen.

Verbonden partijen / subsidie

50%

€ 1.000

Grondbank RZG Zuidplas

Het risico bestaat dat de ontwikkeling van het Middengebied (Cortelande) niet van de grond komt, bijvoorbeeld omdat Zuidplas de grondexploitatie niet sluitend krijgt of de bestemming voor wonen en werken niet onherroepelijk wordt. De grondbank kan de gronden dan niet aan Zuidplas verkopen. In een dergelijke situatie zal het maximale risico zijn dat de Grondbank al zijn gronden moet afwaarderen/verkopen tegen agrarische waarde.

Verbonden partijen

25%

€ 4.000

De toekomstige kasstromen bij grondexploitaties leveren per definitie risico’s op. Opbrengsten kunnen tegenvallen, terwijl ook de kosten hoger kunnen uitvallen. Deze risico’s kunnen worden gekwantificeerd, waarbij ervan uit wordt gegaan dat er een kans bestaat dat opbrengsten en kosten met 10% tegenvallen. Het benodigd weerstandsvermogen voor grondexploitaties komt hierbij uit op € 7.714.000.

De Monte Carlo simulatie die is uitgevoerd met betrekking tot de overige procesrisico’s (going concern) levert een benodigd weerstandsvermogen op van € 13.638.000. Daarbij wordt het gebruikelijke zekerheidspercentage van 90% gehanteerd.

Het benodigd weerstandsvermogen voor 2026 en verder bedraagt bij het opmaken van deze begroting € 21.352.000.

Beoordeling ratio weerstandsvermogensontwikkeling weerstandscapaciteit

Door het beschikbaar weerstandsvermogen te delen door het benodigd weerstandsvermogen wordt de ratio weerstandsvermogen van de gemeente verkregen.

In onderstaand tabel is de ontwikkeling meerjarig weergegeven.

Omschrijving

2026

2027

2028

2029

Benodigd weerstandsvermogen grondexploitaties

7.714

7.714

7.714

7.714

Benodigd weerstandsvermogen going concern

13.638

13.638

13.638

13.638

Benodigd weerstandsvermogen totaal

21.352

21.352

21.352

21.352

Omschrijving (bedragen * € 1.000)

2026

2027

2028

2029

Beschikbaar weerstandsvermogen

42.298

43.199

45.246

48.755

Benodigd weerstandsvermogen

21.352

21.352

21.352

21.352

Weerstandsratio

2,0

2,0

2,1

2,3

Aangezien de inschatting van het benodigd weerstandsvermogen een momentopname betreft, terwijl het beschikbare weerstandsvermogen meerjarig wordt berekend, rijst de vraag in hoeverre het juist is, om de ratio meerjarig weer te geven. Overwogen kan worden om in komende begrotingen de ratio enkel voor het begrotingsjaar te presenteren, een werkwijze die in steeds meer gemeenten gevolgd wordt.

Door de beschikbare weerstandscapaciteit te delen met de benodigde weerstandscapaciteit kan een kwalificatie worden gegeven over de toereikendheid van de weerstandscapaciteit.

Hiervoor wordt onderstaande tabel gehanteerd.

Waardering

Ratio

Betekenis

A

>2,0

Uitstekend

B

1,4-2,0

Ruim voldoende

C

1,0-1,4

Voldoende

D

0,8-1,0

Matig

E

0,6-0,8

Onvoldoende

F

< 0,6

Ruim onvoldoende

De weerstandsratio is een kengetal dat aangeeft in welke mate de gemeente in staat is om risico’s op te vangen. Dit kengetal wordt berekend door de beschikbare weerstandscapaciteit te delen door de benodigde weerstandscapaciteit. Het beschikbaar weerstandsvermogen moet minimaal gelijk zijn aan het benodigd weerstandsvermogen om voldoende weerstand te kunnen bieden als de risico’s zich daadwerkelijk voordoen. De weerstandsratio voor Gouda is 2,0. Dit betekent dat de gemeente Gouda uitstekend in staat is om risico's op te vangen.