Weerstandsvermogen is het vermogen van de gemeente om financiële tegenvallers op te kunnen vangen zonder dat dit invloed heeft op het uitvoeren van de programma’s.
Ratio weerstandsvermogen = Beschikbare weerstandscapaciteit : Benodigde weerstandscapaciteit
Het beschikbaar weerstandsvermogen bestaat uit de middelen waarover de gemeente beschikt of kan beschikken om financiële risico’s (niet begrote kosten of tegenvallende opbrengsten) op te vangen. Dit is de som van de algemene reserve en het saldo van het begrotingsresultaat, voor zover dit saldo wordt toegevoegd aan de algemene reserve.
In onderstaande tabel is de ontwikkeling meerjarig weergegeven. Aangezien het niet zeker is dat de begrote resultaten ook daadwerkelijk gerealiseerd gaan worden en aangezien de bestemming van het rekeningresultaat voorbehouden is aan de gemeenteraad, kan het beschikbare weerstandsvermogen wijzigen als gevolg van het daadwerkelijk gerealiseerde resultaat en van besluitvorming in de gemeenteraad.
Dit leidt tot een beschikbaar weerstandsvermogen van € 42.298.000 in 2026. In de oorspronkelijke meerjarenraming waren al mutaties in de algemene reserve opgenomen. Deze zijn eveneens in de bovenstaande tabel opgenomen per jaar, opdat een zuiverder beeld van de ontwikkeling van het beschikbaar vermogen wordt weergegeven. Daarnaast zijn de mutaties die worden voorgesteld in deze programmabegroting meegenomen. Uiteindelijk leidt dit tot een beschikbaar weerstandsvermogen van € 48.755.000 in 2029.
Eventueel zouden ook de bestemmingsreserves kunnen worden aangesproken waarvan de bestemming (eenvoudig) kan worden gewijzigd. Dat deel is hier niet meegerekend in het beschikbaar weerstandsvermogen.
Het benodigd weerstandsvermogen is een optelsom van alle risico’s waarvoor geen beheersmaatregelen zijn getroffen. Voor het berekenen van het benodigd weerstandsvermogen maakt de gemeente Gouda een onderscheid tussen risico’s verbonden aan grondexploitaties en overige risico’s. De risico’s verbonden aan grondexploitaties worden gekwantificeerd met behulp van de IFLO methode. Daarbij wordt een risico-opslag van 10% gehanteerd met betrekking tot de boekwaarden, de toekomstige opbrengsten en de toekomstige kosten. De overige risico’s (going concern) worden gekwantificeerd met behulp van een Monte Carlo simulatie.
In onderstaande tabel zijn de belangrijkste risico’s toegelicht, samengevat in een top 10-overzicht. De risico's zijn gekwantificeerd, waarbij een inschatting is gemaakt van de kans dat de gebeurtenis zou kunnen optreden en de maximaal financiële impact. Belangrijk is dat hier sprake is van inschattingen en de uitkomsten van een kansberekening. De werkelijke uitkomsten zullen hier hoogstwaarschijnlijk in alle gevallen van afwijken.
Naam | Omschrijving | Risico-gebied | Kans-percentage | Maximaal (bedragen x 1.000) | |
|---|---|---|---|---|---|
Open einde regeling Jeugd | De Jeugdwet is een open-einde regeling en kent daardoor geen bestedingsplafond. Hierdoor moet de gemeente ondersteuning blijven leveren aan haar inwoners, ook als het budget voor het lopende jaar - in dit geval 2025 - niet toereikend is. Als mitigerende maatregel voor het beheersbaar houden van de kosten voor ondersteuning vanuit de Jeugdwet en de WMO is het maatregelenpakket van Berenschot in gang gezet. Voorzichtigheidshalve moet desalniettemin rekening worden gehouden met het risico dat de realisatie van de reeds ingeboekte besparingen die uit het maatregelenpakket voortvloeien een ander tempo kent, dan wel mogelijk tegen valt. | Jeugdzorg | 70% | € 4.000 | |
Museum Gouda | De (klimatologische) conditie van het museumgebouw en depot is ondermaats. Zonder meer investeringen nemen de risico’s voor de bedrijfscontinuïteit toe. Mocht dat risico zich voordoen, dan leidt dit tot extra, incidentele kosten voor instandhouding van het gebouw, opslag en overige kosten. Dit kan ook consequenties hebben voor de subsidie aan Museum Gouda. | Cultuur | 80% | € 3.000 | |
Open einde regeling Participatiewet (PW) (BUIG-budget) | De gemeente ontvangt een BUIG uitkering voor het betalen van bijstandsuitkeringen/uitkeringen Levensonderhoud en Loonkostensubsidies. Het BUIG-budget betreft twee deelbudgetten met een verschillende financieringssystematiek; beide zijn open einde regelingen. | Werk en inkomen | 70% | € 3.000 | |
Borg- en garantstellingen | Gemeenten staan borg voor de rente- en aflossingsverplichtingen van organisaties zoals culturele instellingen, voetbalclubs, bibliotheek, etc. Als een partij niet kan voldoen aan de verplichting jegens de bank, dan zal de bank de gemeente aanspreken de betalingsverplichting over te nemen of de schuld over te nemen bij een faillissement (afhankelijk van de gevestigde zekerheden). Het Schouwburgcomplex is een borgstelling met een hoger risicoprofiel dan in voorgaande jaren, en de Cheese Experience met een lager risicoprofiel. | Treasury | 20% | € 6.600 | |
Inflatie | Door inflatie kunnen de prijzen voor afgenomen diensten en producten hoger uitpakken dan verwacht, mogelijk meer dan de uitkering uit het Gemeentefonds meestijgt door de loon-prijsindexatie. | Financiën | 50% | € 2.500 | |
Fiscaliteit | Het onderdeel fiscaliteit binnen gemeenten wordt steeds complexer en het is een uitdaging om de bewustwording en de kennis breed in de organisatie te brengen en te houden. We zetten hier op in. | Financiën | 30% | € 3.000 | |
Aansprakelijkheid en nadeelcompensatie | Niet of onvoldoende nakomen van contractuele afspraken en toezeggingen, onzorgvuldig handelen of onjuiste toepassing van regelgeving kan ertoe leiden dat de gemeente aansprakelijk wordt gesteld voor schade. Deze schade kan ontstaan in het openbaar gebied (letselschade, materiële schade, evenementen, etc.). Meestal door handelen of nalaten van de gemeente (onterecht weigeren/verlenen vergunning, werken in de openbare ruimte). Het gaat hierbij om grotere schades die niet worden gedekt door de verzekering (contractuele aansprakelijkheid) of boven de dekking uitgaan. | Juridisch | 30% | € 1.500 | |
Stijgende materiaalkosten en krapte op de markt | Risico dat prijzen omhoog gaan voor aanbestedingen of op basis van Uniforme Administratieve Voorwaarden §47 (UAV) afspraken na aanbesteding. Veel materialen worden schaarser (en duurder) en veel aanbieders zitten vaak vol. Hier speelt ook de onzekerheid van de oorlog in Oekraïne en in het Midden Oosten. | Beheer Openbare Ruimte | 40% | € 1.500 | |
Verbonden partijen en samenwerking | Verbonden partijen zijn gemeentelijke samenwerkingsverbanden of deelnemingen die gevormd zijn om bepaalde taken bijvoorbeeld efficiënter uit te voeren. De gemeente Gouda heeft in de rechtspersonen bestuurlijke invloed en/of financiële belangen. Per 1 januari 2025 is daar de gemeenschappelijke regeling Jeugd en Wmo Midden Holland bijgekomen. | Verbonden partijen / subsidie | 50% | € 1.000 | |
Grondbank RZG Zuidplas | Het risico bestaat dat de ontwikkeling van het Middengebied (Cortelande) niet van de grond komt, bijvoorbeeld omdat Zuidplas de grondexploitatie niet sluitend krijgt of de bestemming voor wonen en werken niet onherroepelijk wordt. De grondbank kan de gronden dan niet aan Zuidplas verkopen. In een dergelijke situatie zal het maximale risico zijn dat de Grondbank al zijn gronden moet afwaarderen/verkopen tegen agrarische waarde. | Verbonden partijen | 25% | € 4.000 | |
De toekomstige kasstromen bij grondexploitaties leveren per definitie risico’s op. Opbrengsten kunnen tegenvallen, terwijl ook de kosten hoger kunnen uitvallen. Deze risico’s kunnen worden gekwantificeerd, waarbij ervan uit wordt gegaan dat er een kans bestaat dat opbrengsten en kosten met 10% tegenvallen. Het benodigd weerstandsvermogen voor grondexploitaties komt hierbij uit op € 7.714.000.
De Monte Carlo simulatie die is uitgevoerd met betrekking tot de overige procesrisico’s (going concern) levert een benodigd weerstandsvermogen op van € 13.638.000. Daarbij wordt het gebruikelijke zekerheidspercentage van 90% gehanteerd.
Het benodigd weerstandsvermogen voor 2026 en verder bedraagt bij het opmaken van deze begroting € 21.352.000.
Door het beschikbaar weerstandsvermogen te delen door het benodigd weerstandsvermogen wordt de ratio weerstandsvermogen van de gemeente verkregen.
In onderstaand tabel is de ontwikkeling meerjarig weergegeven.
Aangezien de inschatting van het benodigd weerstandsvermogen een momentopname betreft, terwijl het beschikbare weerstandsvermogen meerjarig wordt berekend, rijst de vraag in hoeverre het juist is, om de ratio meerjarig weer te geven. Overwogen kan worden om in komende begrotingen de ratio enkel voor het begrotingsjaar te presenteren, een werkwijze die in steeds meer gemeenten gevolgd wordt.
Door de beschikbare weerstandscapaciteit te delen met de benodigde weerstandscapaciteit kan een kwalificatie worden gegeven over de toereikendheid van de weerstandscapaciteit.
Hiervoor wordt onderstaande tabel gehanteerd.
Waardering | Ratio | Betekenis |
A | >2,0 | Uitstekend |
B | 1,4-2,0 | Ruim voldoende |
C | 1,0-1,4 | Voldoende |
D | 0,8-1,0 | Matig |
E | 0,6-0,8 | Onvoldoende |
F | < 0,6 | Ruim onvoldoende |
De weerstandsratio is een kengetal dat aangeeft in welke mate de gemeente in staat is om risico’s op te vangen. Dit kengetal wordt berekend door de beschikbare weerstandscapaciteit te delen door de benodigde weerstandscapaciteit. Het beschikbaar weerstandsvermogen moet minimaal gelijk zijn aan het benodigd weerstandsvermogen om voldoende weerstand te kunnen bieden als de risico’s zich daadwerkelijk voordoen. De weerstandsratio voor Gouda is 2,0. Dit betekent dat de gemeente Gouda uitstekend in staat is om risico's op te vangen.