Kengetallen

Het opnemen van financiële kengetallen in de begroting past in het streven naar meer transparantie. Ook geven de kengetallen meer inzicht in de ontwikkeling van de financiële positie en de baten en lasten van de gemeente. Het biedt ook de mogelijkheid om normen te stellen, net als bij de beoordeling van het weerstandsvermogen gebeurt. We relateren de normering zoveel mogelijk aan normen die door de VNG zijn voorgesteld.

In het BBV is bepaald dat gemeenten een basisset van vijf financiële kengetallen moeten opnemen in de jaarrekening en begroting.

Rekening 2024

Begroting 2025

Begroting 2026

Begroting 2027

Begroting 2028

Begroting 2029

GTK-richtlijn

Netto schuldquote

69,60%

82,40%

89,50%

96,00%

102,90%

97,70%

< 90% = minst risicovol

Netto schuldquote gecorrigeerd voor alle leningen

69,10%

82,10%

89,00%

95,70%

102,40%

97,40%

< 90% = minst risicovol

Solvabiliteitsratio

24,40%

21,40%

20,30%

21,20%

20,90%

21,60%

< 20% = meest risicovol

Netto - investeringsquote
*) 2025 betreft verwachte realisatie

3,50%

5,90%

6,50%

8,60%

7,90%

5,70%

< 0% en > 5% meest risicovol

Structurele exploitatieruimte

1,2%

0,7%

1,7%

1,8%

0,9%

1,2%

> 0,0% = minst risicovol

Grondexploitatie

5,0%

4,4%

6,70%

6,70%

6,40%

6,00%

< 10% = minst risicovol

Belastingcapaciteit

123,6%

127,9%

124,1%

124,1%

124,1%

124,1%

> 105% = meest risicovol

Toelichting

Netto schuldquote en netto schuldquote gecorrigeerd voor alle leningen

Dit cijfer geeft inzicht in het niveau van de gemeentelijke schuldenlast ten opzichte van de eigen middelen. Het geeft een indicatie van de mate waarin de rentelasten en de aflossingen op de exploitatie drukken. Een laag percentage is gunstig. De VNG adviseert om 130% als maximum norm te hanteren en daarboven de schuld af te bouwen.

De netto schuldquote van de gemeente Gouda zal eind 2026 ongeveer 89% zijn en de jaren daarna oplopen naar ongeveer 98% eind 2029. De waarden liggen ruim onder de signaalwaarde van de VNG.

Netto schuldquote gecorrigeerd voor alle verstrekte leningen

Omdat bij leningen onzekerheid kan bestaan of ze allemaal worden terugbetaald, wordt dit kengetal zowel inclusief als exclusief de doorgeleende gelden berekend. Zo wordt duidelijk wat het aandeel van de verstrekte leningen in de exploitatie is en wat dit betekent voor de schuldenlast. Hoe lager deze percentages, hoe beter.

Solvabiliteitsratio

Dit cijfer geeft inzicht in de mate waarin de gemeente in staat is aan haar financiële verplichtingen te voldoen. Hoe hoger dit percentage, hoe gunstiger dit is voor de financiële weerbaarheid van de gemeente. Dit cijfer geeft dus een soort toekomstvisie weer. In de periode 2026 tot en met 2029 neemt de solvabiliteit toe van 20,3% tot 21,6%. De VNG hanteert een signaalwaarde van 20% als minimum.

Netto - investeringsquote

De VNG hanteert geen specifieke norm voor de investeringsquote van gemeenten. Wel zijn er signaalwaarden vastgesteld voor zowel te lage als te hoge investeringen. Bij een netto investeringsquote van minder dan 1% is sprake van een lage investeringsquote; bij een negatieve waarde (< 0%) wordt dit als zeer laag beschouwd. Aan de andere kant geldt dat bij een netto investeringsquote van meer dan 5% sprake is van een hoog investeringsniveau. Te lage investeringen kunnen een signaal zijn dat een gemeente moeite heeft met het beheersen van de lopende consumptieve uitgaven. Op termijn kunnen hierdoor inhaalinvesteringen nodig zijn. Te hoge investeringen zorgen daarentegen voor een stijging van de netto schuldquote en dus ook van de schuldverplichtingen. Daarnaast leggen hogere afschrijvingslasten een groter beslag op de exploitatierekening, waardoor de ruimte voor ombuigingen op de lopende uitgaven kleiner wordt.

In 2024 heeft de raad besloten om de investeringsquote als instrument op te nemen, zodat gevolgd kan worden of er voldoende wordt geïnvesteerd. De investeringsquote is een maatstaf die de ontwikkeling van de jaarlijkse investeringen weergeeft. Door deze indicator te gebruiken, kan beter worden gemonitord of de gemeente voldoende investeert in belangrijke projecten en voorzieningen. Hiermee wordt beoogd de transparantie en verantwoording te verbeteren.

In onderstaande grafieken wordt inzicht gegeven in de verwachte ontwikkeling van de investeringsquote, gebaseerd op de trends in de investeringsuitgaven voor 2024 en 2025 en de investeringsvolumes uit de begroting 2026-2029. De investeringsuitgaven in 2024 en 2025 zijn verdubbeld ten opzichte van 2023 en voorgaande jaren en blijven op een hoog niveau, wat resulteert in een hoge investeringsquote in de jaren tot en met 2029. De inhaalslag is hier duidelijk zichtbaar. Na 2029 daalt deze waarde naar onder de 5%, en met een investeringsniveau van € 40 mln per jaar blijft de investeringsquote op circa 3%.

Structurele exploitatieruimte

Het kengetal ‘structurele exploitatieruimte’ geeft inzicht in welke mate de structurele lasten van de gemeente gedekt zijn door structurele baten. Dit is van belang om te beoordelen in welke mate de gemeente in staat is om de eigen lasten te dragen, of welke structurele stijging van de baten of structurele daling van de lasten daarvoor nodig is. Een positief percentage betekent dat incidentele lasten deels uit structurele middelen worden gedekt. Een negatief percentage betekent dat structurele lasten deels uit incidentele baten worden gedekt.

De begroting 2026-2029 van de gemeente Gouda laat zien dat de structurele lasten volledig worden gedekt door structurele baten.

Grondexploitatie

De boekwaarde van de voorraden grond moet worden terugverdiend bij de verkoop. Kenmerkend voor grondexploitaties is dat de looptijd meerdere jaren betreft. Naarmate de inkomsten verder in de toekomst liggen, brengt dit meer rentekosten en risico’s met zich mee. Een grondexploitatie van 10% of hoger wordt beschouwd als kwetsbaar. In de periode 2026 tot en met 2029 ligt dit kengetal van de gemeente Gouda “veilig” onder de GTK-norm van 10%.

Belastingcapaciteit

Het kengetal ‘belastingcapaciteit’ geeft weer hoe de belastingdruk zich verhoudt ten opzichte van het landelijk gemiddelde van alle gemeenten. De ruimte die een gemeente heeft om belastingen te verhogen wordt vaak gerelateerd aan de totale woonlasten voor de burger. Een belastingcapaciteit van 100% betekent dat de woonlasten op het landelijk gemiddelde liggen.

Onder de woonlasten worden verstaan de ozb, rioolheffing en reinigingsheffing voor een woning met een gemiddelde WOZ-waarde in die gemeente. Een percentage boven de 100% betekent dat de woonlasten per huishouden hoger zijn dan het landelijk gemiddelde. Binnen de gemeente Gouda worden de hoge woonlasten veroorzaakt door het relatief hoge aanslagbedrag voor de rioolheffing. Deze is nodig om de financiering van de riolering toekomstbestendig te maken.