Het overzicht van het EMU-saldo is een verplicht onderdeel in de begroting. Samen met de geprognosticeerde balans geeft het inzicht in toekomstige ontwikkelingen van de financieringsbehoefte van de gemeente Gouda.
Omschrijving (Bedragen in € x 1.000) | 2025 | 2026 | 2027 | 2028 | 2029 |
|---|---|---|---|---|---|
| Volgens realisatie tot en met sept. 2025, aangevuld met raming resterende periode | Volgens begroting 2026 | Volgens MJB begroting 2027 | Volgens MJB begroting 2028 | Volgens MJB begroting 2029 |
1. Exploitatiesaldo vóór toevoeging aan c.q. onttrekking uit reserves (zie BBV, artikel 17c) | -5.000 | -2.669 | 5.939 | 3.521 | 5.106 |
2. Mutatie (im)materiële vaste activa | 46.282 | 28.424 | 26.081 | 25.557 | 15.183 |
3. Mutatie voorzieningen | 2.170 | -12.423 | -1.706 | -417 | 3.358 |
4. Mutatie voorraden (incl. bouwgronden in exploitatie) | 7.788 | -652 | -1.418 | -444 | -10.367 |
5. Verwachte boekwinst/verlies bij de verkoop van financiële vaste activa en (im)materiële vaste activa, alsmede de afwaardering van financiële vaste activa | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 |
Berekend EMU-saldo | -40.575 | -30.242 | -24.519 | -21.984 | 3.426 |
De begroting van Gouda is opgesteld conform een (gemodificeerd) stelsel van baten en lasten. In het BBV, art. 20 is de verplichting vastgelegd dat de gemeenten het geraamde EMU-saldo moeten opnemen in de programmabegroting over het vorig begrotingsjaar, het begrotingsjaar en de drie daarop volgende jaren. Het EMU-saldo is het saldo van de inkomsten en uitgaven met derden van de overheid op transactiebasis in een bepaald jaar. Het EMU-saldo geeft aan of er in een bepaald jaar met reële transacties meer geld uitgegeven wordt dan in een jaar binnenkomt, of dat er geld overgehouden wordt. Het EMU-saldo is daarmee een indicatie voor de ontwikkeling van de liquiditeits- en financiële positie (eigen vermogen en schulden) van de gemeente.
In de jaren tot en met 2015 werden er individuele referentiewaarden van het EMU-tekort vastgesteld. Voor 2019-2022 is het jaarlijkse aandeel in het EMU-saldo van de decentrale overheden gesteld op 0,4%. Het aandeel van de gemeenten is gesteld op -0,27% van het BBP. Voor 2023 en verder zijn geen cijfers bekend. Het aandeel in het EMU-tekort betreft een inspanningsverplichting, er staat momenteel geen sanctie op een eventuele overschrijding van het toegestane EMU-tekort. De gemeente wordt niet beoordeeld op de balans in enig jaar, maar wel op de bijdrage aan het voorkomen van een overheidstekort op langere termijn. Kortom: de gemeente mag niet jaar op jaar veel meer uitgeven dan ontvangen.